Inleiding op de viering
De kerk is zeer sober verlicht. Centraal ligt de adventskrans. Drie kaarsen branden. De kerststal is reeds opgebouwd, zonder beelden erin.
Een mogelijkheid is een aantal lichten bij de aanvang van het drempelgebed te doven en pas na de lichtritus terug aan te steken.
[Wordt voorafgegaan door drempelgebed/intredelied]
De zonnewende is er. De zon keert zich om.
De dagen lengen, de nachten worden korter.
Als we het al zouden kunnen opmerken, is het nog heel beperkt.
Maar het is er. Dit vertrouwen hebben we.
Vertrouwen in de toekomst.
Tekens zien van een hoopvolle toekomst,
een toekomst waarbij God ons toezegt:
Ik zal met jullie zijn – Emmanuel.
Daarover gaat het vandaag op deze vierde adventszondag.
Als een stralend licht wordt deze toekomstdroom ons toegezegd.
Vandaag krijgen we daartoe een teken.
Verzoeningsmoment
Uit de diepte roep ik jou, jij, hoor mijn stem.
Doe je oren open, jij en luister naar mijn stem die om genade smeekt.
Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.
Zou jij zonden tellen, wie zal dat bestaan?
Maar bij jou is vergeving, zo wil jij gekend zijn.
Christus, ontferm u over ons. Christus, ontferm U over ons.
Mijn ziel ziet uit naar Hem zoals wie staat op wacht
uitziet naar de morgen, naar het morgenlicht.
Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.
(Psalm 130, vertaling Huub Oosterhuis)
Lichtritus met aanbreng van de vierde vrucht: de kastanjes
Een mand met kastanjes kan door kinderen, acolieten, vormelingen… aangebracht worden.
[Na het eerste tekstblok:]
Vanuit de derde kaars wordt met een wiek de vierde kaars aangestoken.
Lied: Als groen dat in de wintertijd (ZJ 110, alle strofen) - cd ‘Door de wereld gaat een lied’, deel 6, lied 21
Gepofte kastanjes in het vuur doen denken aan winterse avonden, aan gezelligheid, aan samen-zijn. Het is bijna Kerstmis…
Mensen in armoede zijn vaak ook eenzame mensen. Op het platteland komt er nog bij dat mensen buiten de dorpskom verder uit elkaar wonen. Zomaar eens bij de buren binnen lopen zit er niet in. Er zijn ook minder Welzijnsorganisaties op het platteland, minder groepen die aandacht hebben voor mensen in armoede. De gezelligheid van warme winterse avonden met gepofte kastanjes in het vuur, is niet voor iedereen een evidentie.
Als groen dat in de wintertijd aan onze bomen hangen blijft,
als zaad dat in de koude grond, moet wachten tot de lente komt:
zo is het koninkrijk, midden onder ons.
Een kind dat klein en ademloos nog sluimert in de moederschoot,
totdat het, uit zijn slaap verlost, als mens aan ons gegeven wordt:
zo is het koninkrijk, midden onder ons.
Een stem die zonder groot geweld gerechtigheid en vrede meldt,
de kleinen zullen het verstaan en samen nieuwe wegen gaan:
zo is het koninkrijk, midden onder ons.
Een naam die ons wordt doorgezegd, Hij die herkend wordt onderweg,
die komt en gaat en komen blijft tot in het einde van de tijd:
zo is het koninkrijk, midden onder ons.
Openingsgebed
Eeuwige,
van wie de aarde is en al wat er leeft:
open ons hart
om de tekenen te verstaan
waarin Gij ons
uw bedoelingen kenbaar maakt,
laat ons zien in dit uur
hoe wij daaruit hoop kunnen putten
bij al wat ons overkomt
omdat Gij met ons zijt,
deze dag en alle dagen die komen. Amen.
Inleiding op de lezingen
Drie zondagen na elkaar kregen we bij Jesaja woorden van belofte. Vandaag krijgen we een teken: een jonge vrouw is zwanger. Dit teken herhaalt zich in het evangelie, maar wordt op een andere manier ontvangen.
De Heer zelf zal u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger.
Het is gebeurd dat de profeet Jesaja
tegen koning Achaz zei:
‘Ga bij God te rade.
Vraag Hem een teken hoog aan de hemel
of diep in de hel; het maakt niet uit’.
Maar Achaz antwoordde:
‘Een teken hoef ik niet
en aan God heb ik geen boodschap’.
Toen sprak Jesaja:
‘Luister dan eens goed, koningshuis!
Een kwelgeest ben je, niet alleen voor mensen,
maar ook voor God.
Je krijgt een teken al vraag je er niet om.
Zie,
de jonge vrouw is zwanger en brengt een zoon ter wereld,
die heten en zijn zal: Immanuël, God met ons’.
(hertaling: Peer Verhoeven)
Tussenzang: Al wie dolend in het donker (ZJ 204)
(cd ‘door de wereld gaat een lied’, deel 1, lied 3 en deel 18, lied 6)
Homilie / Toelichting
Vele gelijkenissen tussen de eerste lezing en het evangelie, maar het belangrijkste zijn wellicht de verschillen.
De eerste lezing speelt zich af aan het koningshuis. Koning Achaz, afstammeling van het huis van David, blijft niet trouw aan Jahweh. Met hoogdravende woorden en een arrogante houding, wijst hij de raadgevingen van Jesaja af.
Ondanks de houding van de koning, spreekt de profeet Jesaja woorden van belofte uit. Meer nog dan een belofte, is er al een teken: een zoon zal geboren worden. Het huis van David – het geliefde koningshuis van God – zal, ondanks de koning, verder gaan.
Het evangelie speelt zich af bij eenvoudige mensen. De naam waarmee Jozef aangesproken wordt, spreekt van Gods betrokkenheid bij Jozef: ‘zoon van David’. (en niet het afstandelijke ‘huis van David’ bij koning Achaz). Geen hoogdravende woorden bij Jozef, geen arrogante houding, maar zich stilletjes terug trekken.
Piekeren, dromen… en wèl de raadgevingen van de engel opvolgen: Jozef nam Maria bij zich als zijn vrouw.
Beide lezingen spreken van Gods trouw aan de mensen. God neemt initiatief. Maar – en daar hebben we opnieuw onze tweeledigheid van de advent – God heeft mensen nodig die hun ja-woord geven. Tot op vandaag is dit waarheid.
Rondom ons hebben we vele tekens dat Kerstmis komt. Vele soorten tekens: de kerstverlichting, de kerstmarkt, de vele reclames met suggesties voor kerstmenu’s, kerstpakjes, kerstuitstappen… we kunnen er niet omheen.
Is er ook een teken dat ons spreekt van het Kerstfeest dat wij hier in de kerk vieren? Is er ook een teken dat God ook dit jaar in onze samenleving geboren wil worden?
De tekens in de kerk zijn er: de 4 adventskaarsen, de (Barbara)twijgen in het midden van de krans beginnen uit te lopen, de kerststal staat er reeds… Ook hier in de kerk kunnen we er niet om heen: het wordt Kerstmis.
Maar is dit wel hèt teken dat Kerstmis komt? Is dit hèt teken dat God blijft geloven in mensen en daartoe de hemel openscheurt en naar ons toe zal komen?
Wordt ook dit jaar waar wat we zingen: zo is het Koninkrijk midden onder ons?
Een teken is misschien te vinden bij de 4de vrucht van onze adventskrans: de kastanjes. De campagne van Welzijnszorg roept ons op om kastanjes uit het vuur te halen voor mensen op het platteland die geconfronteerd worden met armoede. Dank je wel aan iedereen die vorige week de portemonnee heeft geopend. Dank aan de mensen die de Soep-op-de-Stoep hebben georganiseerd. Misschien kan hier het resultaat van de collecte en de Soep-op-de-Stoep actie meegedeeld worden. Hier kunnen alle solidariteitsacties in het kader van Welzijnszorg genoemd worden. Denk hierbij ook aan de scholen.
Daar waar mensen, in Gods naam, kastanjes voor elkaar uit het vuur halen, komt het Koninkrijk midden onder ons… Dat is een teken, ons gegeven…
Voorbeden
V. Een droom wordt werkelijkheid. God wordt mens, Immanuel.
Omdat redding en trouw blijkbaar uit een onverwachte hoek kan komen, durven wij bidden.
L. Voor de Kerk, dat zij trouw blijft aan haar opdracht, teken zijn van Gods liefde voor alle mensen. Laat ons bidden…
Voor alle mensen die trouw dag na dag zich inzetten om de liefde gestalte te geven. Laat ons bidden…
Om levenskracht voor wie geslagen door het leven niet meer verder kunnen.
Laat ons bidden…
Dat de droom ‘armoede buiten’ werkelijkheid mag worden voor alle mensen.
Laat ons bidden…
V. God, over enkele dagen is het Kerstmis.
Luister naar onze gebeden, zodat wij ons gesterkt weten
om trouw het Licht tegemoet te gaan.
Gebed over de gaven
Eeuwige,
maak brood en beker
tot tekenen van uw Koninkrijk
dat onder ons komt
dit uur en alle dagen van ons leven. Amen.
Vredeswens
Franciscus van Assisi, vredesapostel en uitvinder van de (levende) kerststal, leefde sterk verbonden met de natuur.
Ook bij hem was het soms duister. In het boekje ‘De Nacht van de Poverello’ (E. Leclerc) wordt die nacht, en het opklimmen eruit, beschreven. Zo eindigt het boekje: “We moeten naar de mensen gaan. Het is en delicate taak. De wereld van de mensen is een onmetelijk slagveld voor rijkdom en macht. En teveel lijden en wreedheid verbergen hun Gods gelaat. Als we naar hen gaan, mogen we hun vooral niet voorkomen als een nieuw soort mededingers. We moeten onder hen staan als de tot vrede gekomen getuigen van de Almachtige, mensen zonder begeerten en zonder minachting, die in staat zijn werkelijk hun vrienden te worden. Onze vriendschap verwachten zij, een vriendschap die hun laat aanvoelen, dat God van hen houdt en dat Jezus Christus hen verlost heeft. ”
Mogen wij elkaar in deze dagen voor Kerstmis deze vreugde en deze vriendschap toewensen met de woorden van Franciscus: “Vrede en alle goeds”.
(‘De Nacht van de Poverello’ (E. Leclerc))
Suggesties voor bezinningstekst na de communie
Suggesties:
- Eén van de teksten van Sprokkelhout: zie verder.
- De tekst op zondag uit de adventskalender, geschreven door Bart Walgraeve
- Getuigenis van iemand in armoede op het platteland
- Een tekst te vinden in het bezinningsboekje bij deze advent van Spoor ZeS
- Getuigenis geschreven door Karel Staes, zie verder
- Een fragment uit de campagnetekst, op te splitsen in 4 stukjes, verdeeld over de 4 zondagen
Slotgebed
Eeuwige,
wij danken U
voor de woorden en tekenen
die ons de dag aanzeggen
dat uw Koninkrijk komt;
wij danken U bovenal om haar
uit wie het licht der wereld
voor ons is gaan schijnen: Maria,
de gezegende onder de vrouwen;
geef dat ook wij
uw beloften waardig mogen zijn,
vandaag en alle dagen die komen. Amen.
Zending en zegen
Vanuit het mandje met kastanjes nemen de acolieten, de kinderen, de vormelingen… een 10-tal kastanjes en delen deze willekeurig uit in de kerk.
We vragen aan de mensen die een kastanje hebben gekregen om iemand een gezellige avond te bezorgen. De keuze om met die persoon een gezellige avond door te brengen, mag echter geen evidente keuze zijn.
Ga dan deze laatste adventsdagen in met Gods zegen…