Achtergrond bij de impuls
Spreken over heiligheid met jongeren is geen eenvoudige opdracht. In zekere zin is het een beladen woord omdat er in naam van heilige namen of figuren wantoestanden zijn ontstaan of omdat het voor jongeren lijkt op een onkritisch omgaan met feiten. Wanneer ze aan heiligen denken stellen ze hierbij dan ook terecht kritische vragen zoals: ‘is dat allemaal echt waar?’ Natuurlijk moet hierbij meteen de vraag worden teruggekaatst door te bevragen wat er bedoeld wordt met ‘echt waar’. Anderzijds kan spreken over heiligheid het idee oproepen dat gebeurtenissen, verhalen net niet in vraag mogen worden gesteld. ‘Het is heilig, dus daarover spreekt men niet.’ Met deze impuls willen we op tweezijdige manier proberen deze ruimte open te breken. Enerzijds gaan we aan de slag met de pauselijke exhortatie ‘Gaudete et Exsultate’. Deze staat geheel in het teken van heiligheid. Opvallend daarbij is niet de hoogdravendheid maar eerder de menselijke benadering van het begrip. Iedereen kan van betekenis zijn, iedereen kan heilig zijn. Anderzijds belichten we dit begrip via de figuur Josephina Bakhita. In haar vriendelijke omgang met mensen en vooral kinderen krijgt heiligheid waarlijk gestalte.
Joseph Margaret Bakhita werd in 1869 geboren in Olgossa te Darfour (Soedan). Ze was een lid van de Daju stam waar haar oom stamhoofd was. Bakhita zegt zelf een gelukkige kindertijd te hebben gehad. Omstreeks februari 1877 echter, werd Bakhita door een Arabische slavenhandelaar gekidnapt en begon voor haar een lange periode van fysiek en mentaal lijden. Twaalf jaar lang zou ze worden verkocht en doorverkocht waarbij vele mishandelingen haar te beurt vielen. Naar eigen zeggen zat ze zo lang vast in gevangenschap dat ze haar eigenlijke naam vergat.
Een van haar meesters was een Turkse generaal die opdracht gaf aan zijn vrouw en schoonmoeder om Bakhita veelvuldig te slaan en te pijnigen. Dit gebeurde op gruwelijke wijze waarbij beide vrouwen Bakhita zweepslagen gaven en de open wonden bestrooiden met zout. De littekens van deze verwondingen, 114 in totaal, bleven haar leven lang zichtbaar.
In 1883 verkocht de Turkse generaal Bakhita aan de Italiaanse consul Callisto Legnani. Hij was een zachtaardige baas voor haar. Hij nam haar, bij zijn terugkeer naar Italië, mee. Na een lange, niet ongevaarlijke reis, kwamen ze aan in de haven van Genoa. Eenmaal in Italië leende consul Legnani Bakhita uit aan een bevriende familie, Michieli. Ten huize Michieli werd Bakhita ingezet als kindermeisje.
De Michieli’s dreven ook handel met Soedan en wanneer de vrouw des huizes voor enkele maanden Italië verliet, liet ze haar dochter (Alice) en Bakhita achter bij de zusters Canonssiennen ‘zusters van naastenliefde’. Het is aldaar dat Bakhita het christelijk geloof voor het eerst ontdekte [1].
Toen mevrouw Turina Michieli na enkele maanden terugkeerde naar het klooster, weigerde Bakhita mee te gaan. Mevrouw Michieli probeerde gedurende drie dagen op haar in te praten maar Bakhita bleef weigeren. Ten slotte riep de overste van het klooster de hulp in van het Italiaanse gerecht. Het gerechtshof was echter van oordeel dat slavernij in Soedan al verboden was van voor Bakhita’s geboorte én omdat Italië slavernij niet erkent, Bakhita een vrije vrouw was. Bakhita was voor het in eerst in haar leven echt vrij en koos ervoor om bij de zusters in het klooster te blijven. Ze liet zich dopen met de namen Josephine Margareta en Fortunata (wat de Latijns vertaling is van Bakhita).
Bakhita werd toegewezen aan het klooster van Schio (Noord-Italië), waar ze haar hele verdere leven zou blijven wonen. Gedurende al die jaren was zuster Bakhita bezig met missionering en was ze afwisselend kok en deurwachter. De inwoners van het dorp leerden haar kennen als vriendelijk, zachtaardig en met een eeuwige glimlach om de lippen. Haar bijnamen waren ‘kleine bruine zuster’ of ‘zwarte moeder’.
Tijdens WOII werd het stadje niet gespaard maar bleef het grote aantal slachtoffers uit. De inwoners voelden zich allen gesteund door de aanwezigheid van moeder Bakhita, die voor de inwoners reeds als heilige werd gezien.
Haar laatste jaren waren getekend door pijn en ziekte. Soms ijlde ze en dacht ze dat ze terug slaaf was. Zuster Bakhita overleed op 8 februari 1947. Haar lichaam werd opgebaard en duizenden kwamen haar lichaam groeten.
Flickr, Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.0 Generic (CC BY-NC-SA 2.0)
Vrijwel onmiddellijk na haar dood werd het proces van de heiligverklaring in gang gezet. Dit gebeurde door paus Johannes XXIII in 1959. In 1992 werd ze zalig verklaard met 8 februari als haar feestdag. Sinds oktober 2000 is Bakhita heilig. Ze is patroon van Soedan en de eerste heilige van Afrika die niet stierf ten gevolge van een marteldood [2].
In deze impuls willen we aan de hand van de figuur van Bakhita op zoek gaan naar wat ‘heiligheid’ kan betekenen. Dit doen we in het licht van de pauselijke exhortatie (of aansporing) die paus Franciscus I aankondigde op 9 april 2018 ‘Gaudete et exsultate’ (Verheug u en juich!). Lees de volledige tekst van deze exhortatie. Een exhortatie is na een encycliek het belangrijkste pauselijke document. In dit vijfde document naar de hand van Paus Franciscus gaat het over het begrip heiligheid. De paus benadrukt hierbij dat je geen priester of religieus moet zijn om heilig te worden maar dat heiligheid is weggelegd voor iedereen. Je kan heilig zijn in het dagdagelijkse leven door bijvoorbeeld de zorg voor iemand op te nemen, door je kinderen liefdevol op te voeden of door niet te roddelen. De paus noemt dit ‘heiligen vlakbij’. Een tweede betekenis van heiligheid is volgens de paus ‘jezelf zijn’, ‘authentiek zijn’. Hierbij is het ook belangrijk dat je je verzet tegen onverschilligheid. Als derde element geeft de paus aan dat de Bergrede een belangrijke leidraad is voor heiligheid. Wie leeft volgens de zaligsprekingen is op weg een goede christen te zijn. Hierbij stipt hij het belang van humor aan [3].
Hermeneutisch knooppunt
Het begrip ‘heilig’ kan symbolisch breed begrepen worden waardoor elke handeling in het licht van het Rijk Gods ‘heilig’ kan genoemd worden. In deze ruime zin gebeuren er dagelijks veel kleine wonderen zoals twee ruziënde partijen die zich verzoenen met elkaar.
Pope Francis, © Mazur/catholicnews.org.uk., CC BY-NC-SA 2.0, Flickr
Aanknoping bij het leerplan
Leerplandoelen uit het leerplan rooms-katholieke godsdienst
De werking van God in de levensgeschiedenis van mensen aangeven
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Tweede graad < Eerste jaar < Terrein < Waar sta je nu in je leven? (identiteit)
Zien en aangeven hoe de inzet voor een ander in vele levensverhalen een bron van leven is
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Tweede graad < Eerste jaar < Terrein < Wat geeft je leven? (bronnen van leven)
Het verband kunnen leggen tussen levensverhalen van christenen en Jezus' levensstijl
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Tweede graad < Eerste jaar < Terrein < Wat geeft je leven? (bronnen van leven)
Onderzoeken waarom mensen kiezen voor christendom
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Tweede graad < Tweede jaar < Terrein < Wat valt er te kiezen in het leven? (keuzes)
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Tweede graad < Tweede jaar < Terrein < Waarvoor leef je? (waarden)
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Tweede graad < Tweede jaar < Terrein < Hoe leef je met verschillen? (ontmoetingen)
Met voorbeelden omschrijven dat eigenheid en vrijmoedigheid samengaan
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Tweede graad < Tweede jaar < Terrein < Hoe leef je met verschillen? (ontmoetingen)
Verschillende waardepatronen bevragen op hun mensbevorderend of mensverdrukkend karakter
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Derde graad < Eerste jaar < Terrein < Wat is mens-waardig samenleven? (ethiek)
Kiezen voor een celibatair engagement als vruchtbgaar kunnen omschrijven
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Derde graad < Eerste jaar < Terrein < Wat is samen-leven in liefde? (verbondenheid als levensproject)
Het omgaan van christenen met lijden en dood typeren
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Derde graad < Eerste jaar < Terrein < Wat ervaar ik aan grenzen in het samen-leven? (grens en eidigheid)
Het christelijk belijden van jezus als de verlosser uitleggen
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Derde graad < Eerste jaar < Terrein < Wat ervaar ik aan grenzen in het samen-leven? (grens en eidigheid)
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Derde graad < Tweede jaar < Terrein < Waar sta ik in het samenleven? over arbeid en dienstbaarheid
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Derde graad < Tweede jaar < Terrein < Wat boeit mij in het samenleven? (Kijk op leven, vraag naar zin)
De wisselwerking tussen levensbeschouwing en levensstijl concreet illustreren
Leerplan Secundair Onderwijs < Beroeps Secundair onderwijs < Derde graad < Tweede jaar < Terrein < Wat boeit mij in het samenleven? (Kijk op leven, vraag naar zin)
Interlevensbeschouwelijke competenties
De leerling ontdekt en verwoordt de eigenheid van de levensbeschouwing waarin hij/zij les volgt.
Interlevensbeschouwelijke competenties < Ik en mijn levensbeschouwing < Kennis
De leerling gaat respectvol en open om met de eigenheid van de eigen levensbeschouwing.
Interlevensbeschouwelijke competenties < Ik en mijn levensbeschouwing < Vaardigheden en attitudes
Levensbeschouwelijke vaardigheden
- Attent worden voor de levensbeschouwelijke dimensie van het bestaan
- Eigen levensbeschouwing uitdrukken
- Luisterend omgaan met de levensbeschouwelijke pluraliteit
Didactische richtlijnen
Flickr, Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.0 Generic
De leraar start de les met in grote letters het woord ‘Heilig’ op bord te schrijven. Vervolgens mogen de leerlingen één voor één hierbij iets noteren dat volgens hen hiermee te maken heeft. Dit kunnen namen van heiligen zijn of voorwerpen (vb. Koran) of andere associaties zoals ‘voetbal’ of ‘ouders’. Er kunnen hierbij ook negatieve notaties komen zoals ‘leugen’ of ‘bedrog’. Het zijn deze negatieve woorden die de leraar er als eerste uitpikt om te bespreken. Hij/zij bevraagt de leerlingen naar hun motivaties om dit op het bord te schrijven. Dit kan bijvoorbeeld voortkomen uit de idee dat je heiligen moet vereren om te genezen of om een lief te vinden. Leerlingen kunnen dit ervaren als bedrieglijke praktijken aangezien deze wensen toch nooit uitkomen. Dit is iets wat de leraar kan beamen en wat in de geschiedenis al veelvuldig is aangeklaagd. Er kunnen in deze zin ook bedenkingen worden gemaakt bij aanbiddingen van heiligdommen zoals Lourdes. De leraar geeft aan dat het belangrijk om na te gaan wat mensen echt verlangen als ze dergelijke handelingen treffen. Verwacht men écht dat er instant een genezing optreedt of gaat het eerder om het uitdrukken van verdriet, de vraag om moed. Er kan hierbij verwezen worden naar het verschil in godsbeelden (God als tovenaar vs. God als medelijdende God).
Tip: via onderwijsmediatheek Obed kan de reportage die Annemie Struyf maakte tijdens haar aanwezigheid bij een bedevaart naar Lourdes ontleend worden.
In deze reportage merk je hoe de vrijwilligers van Ziekenzorg een grote groep (veelal bejaarde) mensen begeleiden en hoe ze samen tot iets moois komen dat verder gaat dan de verwachting om ‘genezen’ terug te keren. We merken vriendschap en empathie bij de reizigers, die via deze weg hun geloof willen veruiterlijken.
Wanneer er woorden zoals ‘voetbal’ of ‘ouders’ op het bord staan, bevraagt de leraar ook de auteurs van deze woorden. Waarom noteerde je dit? De leerlingen zullen hierbij aangeven dat dit iets heel belangrijk voor hen is, dat ze hier heel veel tijd aan spenderen of dat ouders veel tijd aan hen spenderen. De leraar stelt vervolgens de klas op de proef door de vraag te stellen of deze woorden terecht op het bord mogen staan. Naar alle waarschijnlijkheid zullen leerlingen denken van niet, aangezien ze vermoeden dat het over ‘godsdienstige’ en ‘religieuze’ items zal gaan.
By Dnalor 01 - Own work, CC BY-SA 3.0 at commons.wikimedia.org
De leraar geeft aan dat de term heilig vooral gebruikt worden wanneer we over zeer bijzondere zaken praten, mensen die uitzonderlijke prestaties hebben neergezet die we ook wel wonderen noemen of voorwerpen die dermate belangrijk zijn binnen een levensbeschouwing. Toch is het niemand minder dan paus Franciscus die ons wil wijzen op de veelvuldige betekenis die het woord heilig heeft binnen de Kerk. Hierbij wordt verwezen naar het pauselijke document en de 3 betekenissen van heilig, volgens de paus. De leraar geeft aan dat wanneer we deze brede definitie van heilig aannemen, elementen zoals ouders hier wil kunnen toe behoren. Bij voetbal zal er echter nog iets extra nodig zijn, namelijk de manier waarop je speelt en omgaat met je ploegmakkers.
Vervolgens toont de leraar dit filmpje waarbij de paus iedereen oproept om heilig te zijn.
De tekst verschijnt in het Engels maar kan eenvoudig tussendoor vertaald worden.
Ben jij een van die mensen die niet tevreden is met een middelmatig leven, een middelmatig bestaan? Paus Franciscus heeft jou een lange brief geschreven. Het is een brief voor zij die de uitdagingen en risico’s en mogelijkheden van vandaag in de ogen kijken. Zij die liefdevol zijn en kinderen opvoeden, wie hard werkt om voedsel op tafel te zetten, de ouderen, een non een priester, zij die zich klaar maken voor de toekomst. Want iedereen is geroepen om heilig te zijn. Dat betekent jij ook. Had je dat al eens gedacht? Dat betekent niet dat je dat je denkt dat je beter bent dan iemand anders omdat je meer weet of doet, en dat betekent niet blindelings regels volgen zonder liefde; Het betekent vertrouwen op genade om je heiligheid te bereiken. Jezus toont je de weg. Jezus is de weg. Hem volgen, is tegen de stroom in gaan vandaag. Het betekent dat je de lijdende en de onrechtvaardigheid vandaag niet uit de weg gaat. Het betekent dat je moedig moet zijn, worstelen, nederig zijn, en gevoel voor humor hebben. “Wees niet bang om heilig te zijn”.
Heilig zijn is dus voor iedereen weggelegd. Een leuke manier om deze visie op heiligheid bespreekbaar te maken is door een ‘babbelbox’ op te stellen in de klas of op school. Iedereen mag voor de camera komen vertellen waarom hij/zij ‘heilig’ is of mag iemand vernoemen die volgens hem/haar heilig is (en waarom). Deze beelden kunnen op het einde van de lessenreeks in een compilatie getoond worden om aan te tonen dat écht iedereen stappen zet in de richting van heiligheid; zoals verwoord door de paus.
Vervolgens staat de leraar stil bij de eventuele namen van heiligen die op het bord genoteerd werden. De leraar geeft aan dat het inderdaad zo is dat de Kerk heel veel heiligen kent. Dit is in zekere zin historisch gegroeid. Tot 1588 was er niet echt een officiële manier om heilig verklaard te kunnen worden. Het was het volk dat besloot wie een heilige status verkreeg doordat na het overlijden van belangrijke figuren er eerder een spontane vorm van verering ontstond.
By Gilles MAIRET [CC BY-SA 3.0 (https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0)], from Wikimedia Commons
Het kan hierbij leuk zijn om te surfen naar heiligen.net en daar één/meerdere/alle leerlingen(en) hun geboortedag te laten opzoeken en te ontdekken wie er ‘vereerd’ wordt op die dag. Zo zullen ze gauw ontdekken dat er meer heiligen zijn dan dagen in een jaar. Vroeger was het zelfs zo dat je genoemd werd naar de heilige van die dag. En vele namen zijn afleidingen van heilige namen.
Variant: De leerlingen maken een korte presentatie over ‘hun’ naamheilige.
Vervolgens staat de leraar stil bij één van de lievelingsheilige van de paus, namelijk Bakhita. Fragmenten van de verfilming van haar levensverhaal kunnen gevonden worden via gloria.tv maar helaas is deze enkel te vinden met Engelstalige ondertitels.
Enkele interessante fragmenten zijn te vinden vanaf
DEEL 1
12:36 – 16:10 – Beelden van de slavenmarkt en de mishandeling bij de eigenaars
31:10 – 34:50: Het geweld van de rovers in de dorpen & Bakhita’s zachtaardigheid daarin
42:37 – 46:01: Bakhita’s omgang met kinderen.
DEEL 2
28:33 – 32:00: Bakhita’s ontmoeting met Jezus op het kruis.
DEEL 3:
42:00 - 46:30: Bakhita praat met een gepeste jongen.
50:30 – einde: Bakhita wordt gedoopt.
DEEL 4:
10:00 – 13:00: Bakhita vertelt over haar geloof en haar keuze om kloosterlinge te worden.
23:10 – 32:42: Bakhita’s wordt vrijgesproken als slavin.
Toen paus Franciscus zijn exhortatie over de heiligheid presenteerde, vernoemde hij ook enkele namen die voor hem bijzonder waren: Edith Stein, Thérèse van Lisieux én Bakhita. Deze laatste zou één van zijn favoriete heilige zijn. De leraar geeft de leerlingen de opdracht om uit te zoeken waarom deze vrouw het tot heilige heeft geschopt. Waarom is zij bekend geworden? Wat trekt de paus aan in haar gedrag en omgang met anderen om haar tot lievelingsheilige te bekronen (er zijn er immers zo veel)?
Variant: Het leven van Bakhita én haar bijzonderheden kunnen ook op een creatieve manier worden voorgesteld: stripverhaal, collage, gedicht, lied, … .
Daarna lezen de leerlingen individueel of klassikaal het interview met Prof. Em. Roger Burggraeve over Bakhita en heiligheid. Roger Burggraeve werd geboren in 1942 te Passendaele en is momenteel professor emeritus (met opdracht) aan de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KULeuven. Hij is een zeer gewaardeerd onderzoeker met 365 werken op zijn naam. Kernthema’s van zijn werk zijn o.a. relationele ethiek, bijbel en ethiek, pastoraal – opvoeding – ethiek. Daarnaast is zijn kennis over en vertrouwdheid met het denken van Emmanuel Levinas noemenswaardig.
Na het lezen van het interview markeren de leerlingen individueel een zin/uitspraak die hen opvalt, interesseert, … . Vervolgens gaan ze aan de slag in duo’s waarbij ze gemarkeerde uitspraken vergelijken en bespreken. Van dit gesprek wordt een klein verslag gemaakt én na enkele minuten wordt het gesprek klassikaal kort samengevat. Elke groep komt hierbij aan bod. Als elke groep aan de beurt geweest is, mag er nog kort gereageerd worden op deze samenvattingen.
Variant: De leraar verdeelt de tekst in 2 delen (‘Jezus als slaaf en ‘Innerlijkheid’). De klas wordt eveneens in twee groepen gesplitst. Elke groep leest een ander deel. Daarna worden duo’s gevormd met telkens één leerling uit groep 1 en één leerling uit groep 2. Beide leerlingen vertellen hun deel aan elkaar.
Variant: De leraar kan na het lezen van de tekst (klassikaal of individueel) volgende levensbeschouwelijke vragen stellen:
- Waarom is het volgens prof. Burggraeve zo bijzonder dat Bakhita Jezus als slaaf ziet?
- Prof. Burggraeve benoemt slavernij als een metafoor voor elke plek waar iemand niet voor zichzelf telt. Kan je nog andere situaties benoemen waar dit het geval kan zijn. Deze situaties kunnen zowel hedendaags als geschiedkundig zijn.
- Leg in je eigen woorden uit wat er bedoelt wordt met ‘innerlijkheid’.
- Kan je een persoonlijk voorbeeld geven waarin innerlijkheid een rol speelt.
[1] https://www.catholic.org/saints/saint.php?saint_id=5601 (toegang 03.05.2018)
[2] https://en.wikipedia.org/wiki/Josephine_Bakhita (toegang 03.05.2018)
[3] Erik De Smet, Leven als zending beschouwen, Aansporing over alledaagse heiligheid is vijfde leerstellige document van paus Franciscus, in Kerk&Leven, jaargang 79, 2 mei 2018, p. 5.