Zondag 22 juni 2025

Het lef om de andere echt te ontmoeten

Patrick Loobuyck gebruikt de recente aanslagen in Parijs als een gelegenheid om nog eens zijn LEF-voorstel voor een alternatief door de staat opgelegd schoolvak over levensbeschouwing op tafel te leggen als aanvulling of vervanging van de huidige confessionele, levensbeschouwelijke vakken. In dit voorstel wordt gepleit voor een ‘multireligieuze’ benadering waarbij de verschillende levensbeschouwingen in een comparatief en extern perspectief worden gepresenteerd door een neutrale leerkracht, dit wil zeggen door een leerkracht die zelf geen eigen levensbeschouwelijke overtuiging zou hebben of innemen, en zonder dat een preferentieel, confessioneel perspectief richtinggevend is.

De vraag is echter of deze positie niet precies onderdeel is van het probleem dat tot de huidige crisissituatie heeft geleid veeleer dan dat het er een adequate oplossing voor is. Waar er vandaag juist nood aan is, is om religies, en de gelovigen die zich daartoe bekennen, van binnen uit te begrijpen, hen vanuit hun binnenperspectief aan het woord te laten, te ontmoeten, te erkennen, hen te leren aanvaarden voor wie ze zijn in hun verschil, hen te vormen in hun eigen geloofsverstaan. Er is trouwens geen enkele ernstige wetenschapper die spreekt over dé Islam, hét christendom, hét jodendom. Waar vandaag dus geen nood aan is, is om religies van buitenaf te benaderen in termen van algemene labels, formele kenmerken en vergelijkende tabellen, vanuit een egaliserend perspectief waarin de aanhangers ervan zich helemaal niet herkennen. Misschien is het grootste probleem van het Westen wel dat steeds minder mensen nog in staat zijn om levensbeschouwelijk en religieus engagement van binnen uit te begrijpen. Dit probleem lossen we niet op door precies levensbeschouwelijk geëngageerde perspectieven tussen haakjes te zetten en de betrokken leerkracht die zijn kaarten op tafel legt te vervangen door iemand die beweert 'neutraal' te zijn. Neutraliteit is trouwens een gevaarlijke ideologie, precies omdat ze de onderscheidingen in en tussen levensbeschouwingen versluiert. Los daarvan weet ieder weldenkende academicus dat niemand in de breedte en de diepte de grote religies op zo een wijze kan kennen, dat men in staat is ze op een adequate wijze te presenteren en te vergelijken. Het probleem is dat Loobuyck blind is voor zijn eigen ideologische vooronderstellingen die gedreven zijn door een bepaalde benadering van de atheïstisch levensbeschouwing die vertrekt van de premisse dat religies en levensbeschouwingen herleidbaar zijn tot alternatieve, zuiver menselijke, zelfs fictieve constructies. Hij heeft het recht om dit standpunt te verdedigen maar het is niet correct om dit voor te stellen als een neutrale benadering en evenmin om het vervolgens aan iedereen te willen opleggen als de nieuwe staatsideologie.

Wat in levensbeschouwelijke vorming ons insziens precies noodzakelijk is, is dat we recht leren doen aan de andere binnen een dialogale context. Dit noemen we een ‘interreligieuze’ benadering van levensbeschouwelijke vorming. Daarbij is er naast interreligieuze geletterdheid ook ruimte voor erkenning van binnen uit, voor het leren kijken naar de eigen identiteit vanuit het perspectief van de andere, voor het leren erkennen van het verschil, maar ook voor discussie, humor en satire, confrontatie en soms ook harde kritiek wanneer religies perverteren. Iedereen heeft zijn overtuiging en in zo’n leerproces hoeft men geen abstractie te maken van persoonlijke levensbeschouwing om zich te onderwerpen aan de ideologie van de neutraliteit. Men mag daarentegen zichzelf zijn en men leert in dialoog ook respect voor wie de andere werkelijk is en in de mate dat hij dat respect ook verdient. Hier nijpt het schoentje bij Loobuyck’s LEF-vak: in plaats van vanuit een helikopterperspectief te spreken over religies is er de dwingende plicht te spreken met elkaar, van welke gezindheid men ook is. Dit lijkt ons de meest vruchtbare manier om te voorkomen dat mensen opgesloten worden in een afstandelijke, formele benadering en zich onbegrepen en miskend weten. Dat de stap naar geweld dan niet zeer groot meer is, hebben wij in de voorbije tijd kunnen vaststellen.

Als overtuigingen met elkaar in gesprek blijven treden, kan men voorkomen dat ze leiden tot ideologieën die mensenlevens eisen. De afwezigheid van gesprek heeft het leven gekost aan christenen, joden, moslims, hindoes en ongelovigen. Niemand heeft het monopolie op de interpretatie van hun dood.

Mathijs Lamberigts, decaan Faculteit Theologie en Religiewetenschappen, KU Leuven
Didier Pollefeyt, vicerector Onderwijs, KU Leuven
Rik Torfs, rector, KU Leuven

De Standaard, maandag 19 januari 2015, p. 30-31

» Bekijk ook deze extra Thomasnieuwsbrief naar aanleiding van dit artikel
» Levensbeschouwelijk groeien in een wereld met verschillen (Ellen De Boeck, Kerknet 19 januari 2015)

Reacties

#1 |

gepost op 19/01/2015

Reactie van een R.K. Godsdienst die les geeft aan moslimleerlingen

Vanuit de praktijk kan ik bovenstaand artikel denk ik wel bevestigen. Ikzelf geef les in Antwerpen in de tweede graad ASO en TSO aan klassen met meer dan 80 procent moslimleerlingen, velen uit kansarmoedige gezinnen.

Het valt op dat, als je zelf met een authentieke maar open houding lesgeeft, zij dit sterk appreciëren. Zo hebben we ook de aanslag op Charlie Hebdo besproken in de lessen, met weliswaar gemengde reacties bij de leerlingen, toch waarderen zij over het algemeen een gefundeerde mening vanuit een 'ander' geloof. Doorheen de gesprekken ontdekken ze dat er, ondanks vele verschillen, heel wat dieperliggende gelijkenissen zijn die tussen ons (christenen en moslims) een brug zijn om samen tot dezelfde conclusie te komen of aan hetzelfde zeel te trekken.

Volg Thomas op

X (Twitter)

KU Leuven - Faculteit Theologie & Religiewetenschappen
Thomas © 2002 - 2025