Zondag 22 juni 2025

Tijdschriften

Artikel: De mening van - Cultuur van dialoog als rode draad

Bladzijde:

De doelstelling van de katholieke dialoogschool is precies de stilzwijgende verkleuring, die zich tevreden stelt met algemene menselijke waarden, een halt toe te roepen. En in de plaats daarvan opnieuw de specifieke katholieke identiteit centraal te stellen. Dat schrijft Didier Pollefeyt, vicerector onderwijsbeleid van de KU Leuven. Hij reageert daarmee op het vorige nummer van Tertio, dat kopte:  “De katholieke dialoogschool begint bij katholiek zijn”.

Cultuur van dialoog als rode draad (Didier Pollefeyt)
In de voorbije weken maakte het brede publiek in Vlaanderen kennis met de katholieke dialoogschool. Een nogal ‘vliegende start’, schreef De Standaard. De nadruk die in de voorstelling van dit onderwijsconcept op de islam kwam te liggen, deed bij sommigen de vraag rijzen of de katholieke school langs deze weg haar identiteit niet aan het opgeven is? De hoofdredactie van Tertio maakte onmiddellijk duidelijk dat dit niet de intentie is. Integendeel, de idee achter de katholieke dialoogschool is juist dat in de ontmoeting met de vele overtuigingen de school haar katholiek profiel weer meer op het spoor kan komen. Dit is ook wat we de voorbije week hebben zien gebeuren nu zelfs politici en journalisten de vraag gaan stellen naar de 'ziel' van het katholiek onderwijs. 

Tegen verkleuring
Het is verheugend dat in Vlaanderen deze vraag eindelijk opnieuw in alle openheid gesteld kan worden. 
In ons empirisch onderzoek stellen we een geruisloze verschuiving vast van katholieke schoolidentiteit naar de zogenaamde kleurrijke school. Anders gezegd: een verschuiving van een school die de katholieke traditie als uitgangspunt en preferentiële gesprekspartner neemt, naar een school die alle godsdiensten en levensbeschouwingen als relatieve, uitwisselbare alternatieven naast elkaar plaatst zonder enige voorkeur uit te (mogen) spreken. De doelstelling van de katholieke dialoogschool is precies om de stilzwijgende verkleuring, die zich tevreden stelt met algemene menselijke waarden, een halt toe te roepen. In plaats daarvan wil ze opnieuw de specifieke katholieke identiteit centraal te stellen. 

Een dialogale God
De voorwaarde hiervoor is wel een correct begrip van wat de katholieke dialoogschool precies inhoudt. De wijze waarop sommigen in Tertio de katholieke dialoogschool voorstelden, verwart haar met de kleurrijke school. Ze definiëren de katholieke dialoogschool als "de dialoog met het pluralisme" en concluderen dan dat dit (nogal logisch) "tot louter kleurrijke scholen zal leiden". De katholieke dialoogschool gaat echter niet in de eerste plaats om de dialoog met het pluralisme. Het gaat om de dialoog met de katholieke traditie en de manier waarop God zich doorheen deze traditie aan mensen blijft openbaren als liefhebbend en verbindend ook vandaag tegen de achtergrond van een pluraliserende samenleving. Dit is geen pragmatische keuze om een groot katholiek schoolnet te kunnen blijven, maar een keuze vanuit de christelijke Godsbelijdenis zelf: de God van de joods-christelijke traditie is een relationele God, zoals de liefde relationeel is. Het betreft een God die door de eeuwen heen met mensen een dialoog is aangegaan, en dit op een unieke wijze in Jezus Christus. Deze liefde is zo radicaal en zo inclusief dat ze zich niet kan beperken tot onze eigen kring, maar gastvrij en dienstbaar is ten aanzien van alle mensen. Niet de act van de dialoog zelf is de identiteit van de school, maar de realiteit (‘het Rijk Gods’) die zich doorheen deze dialoog aan ons openbaart. 

Identiteit in diversiteit
De katholieke dialoogschool nodigt iedereen uit om in deze dialogale relatie met de traditie te gaan staan, ook al kunnen de perspectieven (ook binnen-christelijk) zeer uitlopend zijn, evenals de antwoorden die men zelf formuleert. In de woorden van Vaticanum II "verwerpt de Kerk niets van datgene wat in deze godsdiensten waar en heilig is" omdat "ze niet zelden een straal weerspiegelen van die Waarheid [lees: Jezus Christus] welke alle mensen verlicht" (Nostra Aetate). Juist de verschillende antwoorden die in de dialoog opklinken, maken ook het christelijke antwoord specifieker en helderder.

Specialisten – moderatoren – getuigen
Het vak godsdienst is de oefenplek bij uitstek van een dergelijke dialoog met de katholieke traditie: in confrontatie met het verschil komen leerlingen de eigen levensbeschouwing beter op het spoor. De drie functies van de leerkracht zijn in die zin weldegelijk relevant, niet alleen voor de godsdienstleerkracht, maar ook voor het pedagogisch project van de hele school. Leerkrachten zijn specialisten die in de eerste plaats instaan voor hoogstaand kwalitatief onderwijs. Leerkrachten zijn tevens moderatoren die in staat zijn om hun leerlingen mee te nemen in het gesprek rond de vorming van hun persoon en samen met elkaar schoolgemeenschap te vormen. Ze zijn ten slotte ook getuigen van hun eigen levensbeschouwelijke overtuiging. In een katholieke dialoogschool wordt van elke leerkracht verwacht dat dit gebeurt in een geïnformeerde en waarderende dialoog met de katholieke traditie, op welk punt men zelf ook staat. Dat is waar lerarenopleidingen nu willen op inzetten. En natuurlijk heb je daartoe ook overtuigde christenen nodig. Maar het volstaat niet om van op de zijlijn te zeggen dat die er 'moeten' zijn. De vraag is veeleer wat de kerk in haar rijke interne pluraliteit hier zelf positief te bieden heeft: hoe op een plausibele wijze vorm geven aan haar dienst binnen de katholiek dialoogschool wat betreft de vorming van onderwijsmensen omtrent geloofskennis, attitude, moraal en spiritualiteit? De kerk is toch de grootste bondgenoot van een goed begrepen katholieke dialoogschool?

Seculiere realiteit
De katholieke dialoogschool onderschat de seculiere realiteit op school allerminst, maar neemt deze bijzonder ernstig in haar verschil. Ook mensen die het geloof stil of luid op verlaten hebben en/of naar nieuwe zin op zoek zijn hebben een eigen identiteit die vraagt om respect en dialoog. Het is precies door de seculiere cultuur te onderwaarderen als 'twijfelend' en 'onverschillig' en daar vervolgens vandaag doorzichtige, recuperatieve en uiteindelijk machteloze didactische technieken op te willen toepassen die weinig ruimte laten voor echte dialoog en ruimte voor interpretatie dat vele jongeren het katholiek geloof schouderophalend (of erger) de rug toekeren zodra ze volwassen zijn.

Water en vuur
Walter Ceyssens sj. is goed vertrouwd met het concept van de katholieke dialoogschool. Hij legt de echte uitdaging bloot: hoe een concept als de katholieke dialoogschool in de praktijk brengen in een context waarin de randvoorwaarden allesbehalve optimaal zijn? "Je moet water en vuur met elkaar verzoenen", schrijft hij. Het christelijk geloof moet zich inderdaad steeds waarmaken in de echte wereld en de randvoorwaarden daartoe zullen nooit optimaal zijn, omdat het christelijk verhaal nu eenmaal een 'tegendraads' verhaal is. Hij geeft aan hoe de katholieke dialoogschool soms moeilijke contextuele keuzes vraagt en dat het vooral niet gemakkelijk is om naast de diversiteit "ook de andere pool op de tafel te leggen: de katholieke traditie". Op dit centraal punt ben ik het daarom met de basisbezorgdheid van de bijdragen in Tertio eens: juist om te voorkomen dat een katholieke dialoogschool tot een louter kleurrijke school verwordt, is er nood aan een grotere bekendheid met de eigen katholieke traditie, cognitief en spiritueel.

Ingrediënten leerplan herzien
Reeds in 2010 organiseerde ik samen met Lieven Boeve aan de KU Leuven een congres over tien jaar leerplan rooms-katholieke godsdienst. Ik gaf toen een (vandaag opnieuw geciteerd) interview over basisschoolkinderen die bij de vraag naar de betekenis van de vasten antwoordden: "dat is de ramadan voor christenen". We besloten toen reeds dat het tijd was om niet het concept maar wel de inhouden (ingrediënten) van het leerplan rooms-katholieke godsdienst te herzien. Om de katholieke dialoogschool werkelijk vorm te geven, moet immers de dialoogpartner par excellence, de katholieke traditie, opnieuw uitdrukkelijker naar voren geschoven worden. In het bijzonder dient dit te gebeuren in katholieke lerarenopleidingen, op een manier die zowel theologisch legitiem (een dialogale God) alsook cultureel plausibel is (in een dialogale cultuur). En wat de belevingscomponent betreft, moet dringend opnieuw nagedacht worden over de relatie tussen (dialoog)school en (dialoog)parochie, nu beide voldoende autonoom geworden zijn (Tertio xxx).
Een dialogale katholieke kerk
Onze paus verstaat onze wijzigende cultuur zeer goed, zo bleek recent nog in zijn pleidooi voor dialoog als basis van onze Europese beschaving ter gelegenheid van de uitreiking van de Karel de Grote prijs. "Deze cultuur van dialoog, die moet opgenomen worden in alle lesprogramma's als een rode draad, zal jonge generaties helpen te leren om conflicten op een andere manier op te lossen dan we gewend zijn" (paus Franciscus, 5 mei 2016).
 

Dit is de niet geëditeerde versie van het artikel verschenen in Tertio.

Reacties:

Nog geen reacties op dit artikel.

Volg Thomas op

X (Twitter)

KU Leuven - Faculteit Theologie & Religiewetenschappen
Thomas © 2002 - 2025