Donderdag 28 maart 2024

4ingen: Slotviering/ Hebben wij het voor mekaar?

Een greep uit de getuigenissen van onze 3de jaars: Hebben wij het voor mekaar?

- Ik heb daar eigenlijk niet veel op gelet maar ik vond dat de mensen van de selfservice hun best deden om vriendelijk te zijn en dat is al een hele vooruitgang maar er kan nog aan gewerkt worden- bij discussies in de klas vond ik toch dat men meer naar mekaars mening moest luisteren en openstaan voor andere ideeën- Ik vind dat de leerlingen minder aandacht moeten hebben voor het uiterlijk (welke dure merkkleding je aan hebt) en meer aandacht moeten schenken aan iemands persoonlijkheid- Ik kan ook niet met iedereen goed opschieten maar ik doe meestal ook niet echt mijn best om het toch te proberen. Hier wil ik wel iets aan doen maar dat moet ook wederzijds- Er zijn geen uitschieters in positieve of negatieve zin en daarom besluit ik dan ook maar dat het een normaal, geslaagd jaar was- Er zijn misschien dingen mis gegaan en er heeft iemand vriendschap gemist. Maar dat kunnen we veranderen zodat iedereen op school een beetje thuis is- Ik kijk met plezier terug naar het voorbije jaar. Ik heb me super geamuseerd. We hebben leuke en mooie momenten gehad met vele vrienden war ik altijd oog voor had. Maar ik kan hier staan vertellen hoe fantastisch het is gegaan. Maar jullie weten net zo goed als ik dat er soms ook iemand alleen heeft gestaan- Er werd niet echt veel aandacht aan besteed. Meer als de helft wist volgens mij het jaarthema niet eens- Ik had in het begin van het jaar ook ruzie met een leerkracht maar toen hebben we dat besproken- Ook organisatie bij sportdag en vriendschapsdag was heel goed geregeld- Enkel zouden er wat meer dage aan uitstappen besteed moeten worden … Want op zulke dagen leer je je klas echt kennen- Sommige schoolregels zijn echt wel overdreven- Ik vind dat ook door bevordering van vriendschapsdag en sportdag de band tussen de leerlingen en de leerkrachten zeer goed is. Vooral tussen de klas en de klastitularissen. Hier is er dus wel sprake van het voor mekaar hebben- Ik vind dat de school volgend jaar iets moet doen tegen de diefstal ook al is dit al heel wat verminderd- blijf nooit op iemands kap zittenIk voel me ook goed in de klas, onze klas is veel leuker dan vorig jaar. Toen kwam ik echt niet graag naar school, nu wel. En dat heeft te maken met het feit dat iedereen elkaar respecteert en dat er goede banden zijn- ik vind dat ze degenen die boterhammen eten in de refter niet mogen afzonderen van van de mensen die selfservice eten. Het is gewoon niet leuk mar bovendien vind ik dat het ook zo een beetje overkomt alsof boterhammeneters minder zijn dan dan degenen die selfservice eten ook al is dat niet zo- Ik vond dat de leerkrachten rekening hielden met ons en met het feit dat examens nieuw waren voor ons- Er is wel al een goede sfeer in de klas en op school. Sommigen hebben wel op het jaarthema gelet. Maar het werkt alleen als iedereen meewerkt- Ik hoop dat het jaarthema volgend jaar meer succes heeft en dat het elk trimester wordt benadrukt dat het jaarthema echt nodig is want anders houden mensen er zich niet aan- Ze zouden volgend jaar zeker aandacht moeten besteden aan de vriendelijkheid van het selfservice personeel- Er was altijd een goede sfeer in de klas, soms wel wat rumoerig maar dat mag ook eens. Ook waren er voldoende klasgesprekken en was er een redelijk goede communicatie tussen leerkrachten en leerlingen. Er werden individuele gesprekken gevoerd-

Hebben wij het voor mekaar? Over Roodkapjes, boze wolven, werkers in een wijngaard, God en onszelf

Bezinning

Hebben: ik heb het niet meer.
Wij: jij en ik. Was het maar.
Het: alles
Voor: de groef gaat diep. Ook nu.
Mekaar: elk van ons.
Hebben voor: ik heb het niet voor jou. Wel voor jóu.

Dus: hebben wij het voor mekaar?
Ik weet het niet.
Ik denk van niet.
Ik bedoel, hoe kan je het nu hebben voor elk van ons?
Er zijn altijd wel mensen waar je het niet zo ‘voor hebt’.
Daarom vind ik het moeilijk om op deze vraag ‘ja’ te antwoorden.
Tenzij… Tenzij je er wat meer over nadenkt.
Dus: hebben wij het voor mekaar?
Ik weet het niet.
Ik denk van wel.
Ik bedoel, er zou niemand mogen zijn die een ander erge dingen toewenst, toch?
Dus: hebben wij het voor mekaar?
Ik weet het niet.
Ik denk dat het gewoon afhangt van je humeur op het moment dat je de vraag leest.
Het hangt er van af hoe je de vraag dan, op dat moment interpreteert.
Ik weet het niet.
Dat denk ik toch.

(Eline Danasoushy)

Lezing

Hoe je de vraag van het jaarthema beantwoordt heeft inderdaad te maken met de manier waarop we op een bepaald ogenblik naar de dingen, mensen, gebeurtenissen kijken. Soms is het erg verhelderend om eens te kijken door de ogen van anderen: je ziet dan anders. Zo begrijp je de ander beter en krijg je het ook beter voor mekaar. In het verhaal van de boze wolf proeven we daar misschien iets van.

De Boze Wolf

"Ik heb het altijd heerlijk gevonden om in het bos te wonen. Het is mijn thuis en ik heb geprobeerd om het schoon en netjes te houden. Op een mooie zonnige dag, terwijl ik bezig was met de rotzooi op te ruimen die mensen na een picknick hadden achter gelaten, hoorde ik voerstappen. Toen ik vanachter een boom het bos in gluurde, zag ik een klein meisje het pad aflopen met een mand in haar handen. Ik vond het meteen verdacht, want ze had zulke vreemde kleren aan: helemaal in het rood en haar hoofd was bedekt. Het was net alsof ze niet herkend wilde worden. Nu, ik weet wel dat je mensen niet op hun uiterlijk moet beoordelen, maar ze liep in mijn bos en ik vond dat ik het recht had om iets meer over haar te weten te komen. Dus ik vroeg haar wie ze was, waar ze vandaan kwam, je weet wel, van die dingen. Eerst zei ze dat ze niet met vreemden wilde praten. Dat bracht mij nogal van mijn stuk. Ik een vreemde? Ik heb verdorie mijn kinderen groot gebracht in dit bos. Daarna werd ze wat rustiger en vertelde me dat ze op weg was naar haar oma, omdat die ziek was en dat in de mand eten voor oma zat. Ze leek mij een eerlijk mens, maar ik denk toch dat ze het zou moeten afleren om zomaar door iemands woonplaats te lopen, met zulke rare kleren aan.
Ik liet haar gaan en ging snel naar het huis van haar oma toe. Toen ik bij die onaardige oude dame aankwam, vertelde ik haar wat er net was gebeurd en ze was het met mij eens dat haar kleindochter zou moeten leren zich beter te gedragen. We bedachten het plan dat de oma zich zou verbergen, totdat ik haar zou roepen. Ze verstopte zich onder het bed.
Toen het meisje met die rare rode hoed binnen kwam, vroeg ik haar om naar de slaapkamer te komen, waar ik in het bed van oma lag. Ze kwam opgewonden binnen en maakte meteen een beledigende opmerking over mijn grote oren. Nu heb ik wel vaker een nare opmerking gekregen dus ik probeerde er het beste van te maken door te zeggen dat ik daar beter mee kon horen. Wat ik eigenlijk bedoelde te zeggen was dat ik haar best aardig vond, maar dat ze beter op haar woorden zou moeten letten. Maar toen maakte ze weer zo'n opmerking, ditmaal over mijn grote ogen.
Je kunt je misschien wel voorstellen hoe ik zo langzamerhand ging denken over dit kleine meisje dat zich zo aardig voordeed, maar eigenlijk een vals kreng bleek te zijn. Maar, aardig als ik ben, antwoordde ik haar dat ik met mijn grote ogen beter kon zien. Haar volgende belediging was echter teveel. Ik heb mijn hele leven al last van mijn tanden, een gevoelig punt, en dat kleine meisje moest daar zo nodig een opmerking over maken. Ik weet dat ik mij had moeten beheersen, maar ik ben kwaad uit bed gesprongen en heb gegromd dat ik haar met die tanden beter op zou kunnen eten.
Laten we eerlijk zijn, een wolf zou nooit zo'n klein meisje opeten. Iedereen weet dat, maar dat stomme kind begon te schreeuwen en rende door het huis. Ik volgde haar om haar te kalmeren. Ik had zelfs de kleren van oma uitgetrokken, maar dat leek het alleen maar erger te maken. Toen vloog plotseling de voordeur op en een boomlange boswachter kwam naar binnen met een bijl in zijn handen. Ik keek hem aan en realiseerde mij dat ik diep in de problemen zat. Ik ben door een open raam gesprongen en maakte dat ik wegkwam.
Ik had gehoopt dat hiermee de ellende voorbij zou zijn, maar dat grootmoeder-mens heeft nooit mijn kant van het verhaal verteld. Al snel deed het gerucht de ronde dat ik een afschuwelijk, onbetrouwbaar boos beest zou zijn. Ik weet niet hoe het is afgelopen met dat kleine meisje in dat rare rode pakje, maar 'hij leefde nog lang en gelukkig' ging voor mij niet op."

(Carolin Vink, Ihsan Temur, Leen Lacont en CIS, Intercultureel spelenboek, Leuven, Centrum Informatieve Spelen, 1996)

Muziekmuziek

leerling(en)

Getuigenissen: soms hadden wij het niet voor mekaar

leerlingen

Evangelie: parabel van de werkers in de wijngaard

Met het Rijk der hemelen is het als met een landeigenaar die vroeg in de morgen uitging om arbeiders te huren voor zijn wijngaard. Hij werd het met de arbeiders eens voor een denarie per dag en stuurde ze naar zijn wijngaard. Rond het derde uur ging hij er weer op uit en zag nog anderen werkloos op de markt staan tot wie hij zei: gaat ook gij naar mijn wijngaard en ik zal u geven wat billijk is. En zij gingen. Rond het zesde en negende uur ging hij nog eens uit en deed hetzelfde. Rond het elfde uur ging hij opnieuw uit en vond er weer anderen staan. Hij zei tot hen: wat staat ge heel de dag werkloos? Ze antwoordden hem: niemand heeft ons gehuurd. Daarop zei hij tot hen: gaat ook gij naar mijn wijgaard.
Bij het vallen van de avond sprak de eigenaar van de wijngaard tot zijn rentmeester: roep de arbeiders en betaal hun uit, te beginnen met de laatsten en zo tot de eersten. Toen de arbeiders van het elfde uur kwamen, kregen zij elk een denarie; toen nu ook de eersten kwamen, meenden dezen dat zij meer zouden krijgen, maar ook zij kregen ieder de overeengekomen denarie. Ze namen hem wel aan, maar begonnen tegen de landeigenaar te morren en zeiden: dezen hier, die het laatst gekomen zijn, hebben maar één uur gewerkt en gij stelt ze gelijk met ons die de last van de dag en de brandende hitte hebben gedragen. Maar hij antwoordde een van hen: vriend, ik doe u toch geen onrecht? Zijt gij niet met mij overeengekomen voor een denarie? Neem wat u toekomt en ga heen. Ik wil aan degene die het laatst gekomen is evenveel geven als aan u. Mag ik soms met het mijne niet doen wat ik verkies of zijt gij kwaad omdat ik goed ben?

Duiding

We kunnen deze parabel misschien begrijpen als we ze in verband brengen met de lezing van de boze wolf die we daarnet te horen kregen. Als in deze parabel de werkers van de eerste uren de roodkapjes zijn. Als de werkers van het laatste uur de boze wolven zijn. Wat zegt dat dan over de landeigenaar, God? Zou het kunnen dat, als we aandacht krijgen voor het verhaal van de boze wolven, de werkers van het laatste uur, als we zicht krijgen op de redenen waarom ze zolang werkloos staan, dat we dan – net als de landeigenaar- ook meer begrip tonen en minder snel (ver)oordelen? Dat ‘roodkapjes’ en ‘boze wolven’ het dan voor mekaar hebben? Ik weet het niet. Ik denk van wel.

Muziekmuziek

leerling(en)

Getuigenissen: wij hadden het voor mekaar

leerlingen

Powerpoint: een voor-mekaar- schooljaar!

Getuigenis: nieuwe leerkrachten "hadden het" voor onze school!

Muziek

leerling(en)

Zending

Hebben wij het voor mekaar?
Kijk verbaasd.
Glimlach.

Dit is het juiste moment.
Er is tijd.
Er is uitzicht
Op populieren en verte.

Ja, ik wacht.

Er is veel te ontdekken:
Vind en zoek maar,
Lichtvoetig en zachtmoedig.

(Regien Vandeburie)

Uitdelen aandenken

Over deze viering

Titel Slotviering/ Hebben wij het voor mekaar?
Soort viering Bezinning
Gelegenheid Einde schooljaar
Beschrijving Zinvol om een schooljaar af te sluiten
Doelgroep
Leeftijdsgroep vanaf 15 jaar, vanaf 18 jaar
Trefwoorden werken, wijnstok
Jaartal 2007
Samensteller PAG Humaniora Kindsheid Jesu
Inzender Floren Koen
E-mail koen.floren@myonline.be
Terug naar zoekresultaten

Volg Thomas op

Download de Thomas-app

KU Leuven - Faculteit Theologie & Religiewetenschappen
Thomas © 2002 - 2023