Doctoraatsverdediging

Faculty of Psychology and Educational Sciences
Peer assessment as a tool for learning.
Doctorandus/a PhD student
  Name: Sarah Gielen
Promotie / Defence
  When: 18.06.2007, 17h00
  Language: English
  Where: Justus Lipsiuszaal, 08.16, Blijde-Inkomststraat 21, 3000 Leuven
 
Promotor / Supervisor
  Prof. dr. Filip Dochy (promotor)
  Prof. dr. Patrick Onghena (co-promotor)
 
Samenvatting van het onderzoek / Summary of Research

> >Laat studenten elkaar evalueren> >K.U.Leuven-studie toont meerwaarde van peer feedback> Op 21 mei 2007 hield VRTnieuws.net een internetpoll met de volgende vraag: “Studenten aan universiteiten en hogescholen moeten steeds vaker elkaar evalueren. Vindt u dat een goed idee?” Van de 3203 Vlamingen die reageerden, bleek 69% dit geen goed idee te vinden. Nochtans beweert Sarah Gielen van het Centrum voor Opleidingsdidactiek aan de K.U.Leuven nethet omgekeerde op haar openbare doctoraatsverdediging van 18 juni 2007.Zij presenteert er haar onderzoekswerk onder de titel “Peer assessment als leermiddel”.> De conclusie van haar vierjarig doctoraatsonderzoek luidt dat feedback door medestudenten een waardige vervanger kan zijn van docentenfeedback.Deze feedback biedt zelfs meer leerkansen omdat lerenden er met elkaar in dialoog treden en ook het perspectief van de beoordelaar leren kennen. Elkaar evalueren blijkt ook een goede leerschool voor zelfevaluatie. Tot slot tonen de studies evenwel aan dat er ook een complementaire rol voor docentenfeedback blijft weggelegd. In haar proefschrift benadrukt Sarah Gielen de meerwaarde van peer feedback in het onderwijs. Bij peer feedback worden studenten ingezet bij detussentijdse evaluatie van opdrachten en papers van hun medestudenten. Medestudenten (‘peers’ in het Engels) geven elkaar feedback die hen in staat stelt hun opdrachten nog te verbeteren alvorens ze ingediend wordenvoor de eindbeoordeling door de docent. Peer feedback is dus een variant van peer assessment waarbij eerder het doel als ‘leermiddel’ dan als ‘evaluatiemiddel’ centraal staat. In tegenstelling tot de meest bekende varianten van peer assessment is peer feedback niet noodzakelijk verbonden aan een groepsopdracht, en resulteert het ook niet in punten die meetellen in de eindbeoordeling. Het achterliggende principe blijft echter hetzelfde: studenten evalueren elkaar. De onderzoeksresultaten tonen aan dat de feedback van medestudenten evenwaardig kan zijn aan de feedback die door de leraar of docent wordt gegeven. De vooruitgang in leerprestaties van een groep leerlingen die peerfeedback ontving, verschilde niet significant van de vooruitgang in de groep die feedback kreeg van de leraar. En wanneer studenten die al enkele keren peer feedback en docentenfeedback hadden gekregen de vraag werdvoorgelegd tussen welk van beide ze zouden kiezen als ze moesten kiezen, dan bleken studenten dit een erg moeilijke keuze te vinden en was het resultaat een fifty-fifty verdeling. Dat beide bronnen van feedback evenwaardig zijn, betekent daarom nog niet dat ze gelijk zijn. Ze hebben beide een andere focus en functie in deleeromgeving, en vervullen in feite een complementaire rol. Peer feedback is vaak uitgebreider, sneller, persoonlijker, duidelijker, gepaster en motiverender dan feedback van een leraar of docent, maar anderzijds isde juistheid en het sturend karakter dan weer de zwakke plek van peer feedback die ondervangen kan worden door complementaire docentenfeedback. In haar proefschrift beweert Sarah Gielen bovendien dat beide bronnen mekaar niet enkel aanvullen, maar dat de combinatie van individuele peer feedback en collectieve docentenfeedback de afzonderlijke componenten zelfs nog versterkt. Het blijkt dat 1 plus 1 in dit geval 3 kan zijn. Ten tweede wijst Sarah Gielen er op dat de aandacht niet enkel gericht moet worden op de persoon die de feedback verschaft, zijnde de beoordelaar, maar dat we evengoed aandacht moeten hebben voor de rol van de feedbackontvanger, de beoordeelde. Hoewel het inderdaad zo is dat goed onderbouwde en constructieve feedback meer impact heeft dan korte oppervlakkige feedback, is de manier waarop de ontvanger ermee omgaat toch ook cruciaal. In haar studies onderzoekt Sarah Gielen de impact van enkele didactische ingrepen die de beoordeelde moeten stimuleren om bewust met de ontvangen feedback om te gaan. De resultaten zijn echter niet eenduidig en vereisen verder onderzoek om inzicht te krijgen in de voorwaarden waaronder deze didactische ingrepen wel of niet een meerwaarde kunnen betekenen. Ten derde blijkt dat peer feedback een impact op leren heeft vanuit drie verschillende hoeken, terwijl bij docentenfeedback slechts één van deze hoeken geactiveerd wordt. In peer feedback, anders dan bij docentenfeedback, vervult de student twee rollen: de student is niet enkel de beoordeelde maar ook de beoordelaar. Dat je als beoordeelde leert door het ontvangen van feedback is algemeen bekend. Deze studie toont echter aan dat ook het geven van feedback, als beoordelaar, erg leerrijk is voor studenten. Het is interessant om tezien hoe medestudenten eenzelfde opdracht hebben aangepakt. Ze doen ideeën op van elkaar, ze leren uit elkaars fouten en ontdekken andere visies en andere oplossingsmethoden voor dezelfde opdracht. Ze krijgen dus een grondiger inzicht in de leerstof, een voorrecht dat anders misschien gereserveerd blijft voor de docent. De rol van beoordelaar opnemen heeft ook nog een dieper leereffect op het vlak van studievaardigheden. In systemen waar er enkel docentenfeedback is, vinden studenten het vaak moeilijk om een goed beeld te krijgen van wat docenten precies verwachten vaneen opdracht. Daarenboven is het nog veel moeilijker om dan vervolgens voor de eigen opdracht af te wegen of die nu ook voldoet aan die verwachtingen. “Ben ik goed bezig?” is een vraag die nochtans cruciaal is in het leerproces. Om zelf je leerproces te sturen (en bij te sturen indien nodig) is het belangrijk dat je je eigen kennen en kunnen kan evalueren. Het geven van peer feedback helpt studenten hierin omdat ze daarbij bewust de criteria moeten hanteren en concretiseren, moeten nadenken over wat goed en fout is aan de opdracht van anderen en daarbij gaan reflecteren over de eigen opdracht, over het eigen kennen en kunnen. Peer feedbackblijkt de zelfevaluatievaardigheden te versterken. Het motto van de K.U.Leuven “Ontdek jezelf, begin bij de wereld” zou dus in dit geval “Ontdek jezelf, begin bij de ander” kunnen worden. Tot slot is er nog een leereffect vanuit een derde hoek: door het feit dat studenten aan elkaar feedback geven kan er ook een interactie tussenpeers ontstaan, hetgeen kansen schept voor collaboratief, samenwerkend leren. Heel wat onderzoek heeft aangetoond dat deze manier van leren totdiepere leerresultaten kan leiden dan individueel leren. Het specifiekeaan peer feedback is dat het een context creëert voor collaboratief leren zonder een groepsopdracht te vereisen. Wat betreft het gebruik van peer assessment als leermiddel kunnen we dus concluderen dat het zonde is om studenten niet te betrekken in elkaarsevaluatie, omdat er dan heel wat leerkansen in het onderwijs onaangeroerd blijven. Voor meer informatie:E-mail: (URL:mailto:sarah.gielen@ped.kuleuven.be)sarah.gielen@ped.kuleuven.be>  
  Let students assess each other> >K.U.Leuven-study shows the merit of peer feedback> On May 21, 2007 the public broadcasting company of the Flemish community (VRT) held an internet poll on its news website with the following question: “Students in higher education are increasingly asked to assesseach other. Do you think this is a good idea?” Of the 3203 voters, 69% considered it not a good idea. Yet, Sarah Gielen of the Centre for Research on Teaching and Training at the K.U.Leuven claims exactly the opposite at her public doctoral defence on June 18, 2007. At this defence, shepresents her research work under the title “Peer assessment as a tool for learning”.> The conclusion of her four year doctoral research project is that feedback by peers can be a worthy substitute for teacher feedback. Moreover, peer feedback offers extra learning opportunities because learners enterinto dialogue with each other and additionally get to know the perspective of the assessor. Assessing each other proves to be a good training for self assessment too. Nevertheless, the studies show that there is still a complementary role for staff feedback. In her doctoral thesis, Sarah Gielen emphasises the added value of peerfeedback in education. In peer feedback students are engaged in the intermediate assessment of assignments and papers of their fellow students.Fellow students (also called peers) give feedback to each other, which they can use in the revision and improvement of their assignments beforehanding them in for the final assessment by the teacher. Peer feedback is thus a variant of peer assessment in which the goal of ‘tool for learning’ is central, rather than the goal of ‘tool for judgement’. Contraryto the best know variants of peer assessment, peer feedback is not necessarily linked to a group assignment, nor does it result in marks that count for final assessment. Although, the basic principle is the same: students assess each other. The research results show that feedback by peers can be of equal value to that of the staff. The advance in performance of a group of pupils who received peer feedback did not differ significantly from the progress of a group who received feedback from the teacher. And when students whohad experienced both peer and staff feedback several times were asked to choose between one of both, they appeared to find this a very difficult choice and the result was a fifty-fifty distribution. The fact that both sources of feedback are of equal value does not meanthey are equal. Both have a different focus and function in the learning environment, and actually fulfil a complementary role. Peer feedback is often more elaborated, faster, more personal, clearer, more appropriate, and more motivating than feedback by a teacher or staff member. On the other hand, the accuracy and the steering character are the weak spotsof peer feedback, but they can be overcome by complementary staff feedback. In her doctoral thesis, Sarah Gielen contends that both sources not only complement each other, but that the combination of individual peer feedback and collective staff feedback makes the separate components even stronger. In this case 1 plus 1 can thus add up to 3. Secondly, Sarah Gielen argues that attention should not only be directed at the person who provides the feedback, them being the assessor, but it should be directed equally towards the role of the receiver of the feedback, who is the assessee. Although it is indeed true that well-founded and constructive feedback has more impact than short surface feedback,the way that the receiver deals with it is also crucial. Sarah Gielen examines in her studies the impact of some didactical interventions that aim at stimulating the assessee to handle the received feedback consciously. The results are not univocal, however, and require further investigation to get insight in the conditions under which these didactical interventions can or cannot realize an added value. Thirdly, peer feedback turns out to exert an impact on learning from three angles, while only one angle is activated during staff feedback. In peer feedback, unlike in staff feedback, the student performs two roles:the student is not only the assessee but also the assessor. That you can learn from receiving feedback, as an assessee, is a well known fact. This study, however, shows that also the act of giving feedback, as an assessor, is very instructive for students. It is interesting to see how fellow students dealt with the same assignment. They gain ideas from each other, they learn from each others’ mistakes and they discover other viewpoints and approaches for the same assignment. Altogether,they gain a deeper insight into the subject matter, a prerogative that might otherwise be reserved for the teacher. Taking the role of the assessor also has a deeper learning effect in the area of study skills. In systems where there is merely staff feedback, students often find it hardto get a good picture of what teachers exactly expect of an assignment.In addition, it is even more complicated to subsequently decide for their own assignment whether it fits these expectations. However, “Am I doing right?” is a question that is crucial in the learning process. In order to steer your learning process yourself (and adjust it if necessary),it is important to be able to evaluate your own knowledge and skills. Peer feedback is found to strengthen the self assessment skills. “In order to discover yourself, start with the other”, one might say. Finally, an additional learning effect can be distinguished from a third angle: students giving feedback to each other can stimulate the interaction between peers, which in turn creates opportunities for collaborative learning. Quite a few studies prove that this way of learning can lead to deeper learning outcomes than individual learning. What is specificto peer feedback is that it creates a context for collaborative learning without requiring a group assignment. Concerning the use of peer assessment as a tool for learning, we might thus conclude that it is a pity not to engage students in each others’ assessment, because then quite a bit of learning opportunities in education stay untouched. For more information:E-mail: (URL:mailto:sarah.gielen@ped.kuleuven.be)sarah.gielen@ped.kuleuven.be>   

 
Volledige tekst van het doctoraat / full text
https://lirias.kuleuven.be/handle/1979/1033

 
Examencommissie / Board of examiners
  Prof. dr. Filip Dochy (promotor)
  Prof. dr. Patrick Onghena (co-promotor)
  Prof. dr. Jan Van Damme (voorzitter/chairman)
  Prof. dr. Rianne Janssen (secretaris/secretary)
  Dr. Eduardo Cascallar , Assessment Group International
  Dr. Frans Prins , Universiteit Utrecht, Postbus 80.140